Een nieuwe lente een nieuwe marathon. En hij is alweer voorbij.
Wat vooraf ging:
Wat gaat die wekker toch vroeg af op de zondag, oh ja we moeten naar de Boszoom (het 35 km punt) om met heel de Metrogroep en vrienden ongeveer 22 marktkramen op te bouwen. Alle spullen voor de verzorgingspost heeft de organisatie geplaatst in de bekende blauwe container. Veel vrijwilligers weten na zoveel jaar wel welke werkzaamheden allemaal gedaan moeten worden dus velen gaan al aan de slag met teilen, emmers, slangen, bekers, extran, spandoeken en meer. Uiteraard allemaal in een mooie marathon jas. Nieuwelingen kijken de kunst af of vragen wat er gedaan moet worden aan het hoofd van de verzorgingspost. Na het gesleep van de verschillende onderdelen van de vele marktkramen (ze weten het elk jaar weer voor elkaar te krijgen om de kramen niet op de juiste plek neer te zetten) begint langzamerhand de verzorgingspost vorm te krijgen. Er druppelen ook steeds meer vrijwilligers binnen op de post om te helpen. Sommige leden van onze groep nemen zelfs 1 of 2 of 4 vrienden en vriendinnen mee. Ondanks het snelle werken is het altijd spannend of we een beetje op tijd kunnen gaan lunchen.
Na de aflevering van ongeveer 75 lunchpakketten (we doen altijd of we met meer mensen zijn) gaan we heerlijk ontspannen lunchen en genieten van de eerste zonnestralen. Het is fris doch met af en toe een zonnetje goed te doen. Na een toespraak van het hoofd van de verzorgingspost en het aanhoren van de veranderingen (want die zijn er natuurlijk elk jaar) kunnen we de laatste puntjes op de i gaan zetten en wachten op de eerste toplopers die over een half uur gaan verschijnen.
De verzorging van de toplopers (het aangeven van bidons) op volgorde van startnummers is altijd een zeer spannend moment (vooral ook omdat ene Hans D. deze organisatie op zijn schouders nam). Want ja, vele camera’s zijn er op je gericht dus dan wil je de bidon natuurlijk wel goed aangeven. Via de vele omroepers (die laten weten welk nummer er aankomt) stijgt de spanning verder. Helikopters die boven je hoofd cirkelen, de vele nieuwe (alweer vergeten) nieuwe instructies. En daar komen ze……en zijn alweer voorbij. Maar met de meeste bidons goed aangegeven. Na dit spektakel komen langzamerhand de subtoppers en daarna de snelle amateurlopers. Al onze vrijwilligers zijn zo enthousiast dat ze enorm dringen om deze eerste lopers een bekertje water of extran te geven. Er staan nu ook meer vrijwilligers in hun groen met witte jasjes op het parcours dan lopers. Ze durven bijna niet door te lopen. Het duurt niet lang of na deze eerste lopers komen er steeds meer en steeds meer totdat ze ons nu bijna omver lopen. We komen bij de eerste kramen handen en voeten tekort. Ze plunderen bijna de 1000 gevulde waterbekers van de eerste waterkraam in een mum van tijd leeg. We schuiven daardoor ook steeds een kraam op (maar ach we hebben meer dan 12 kramen met water en 5 kramen met extran). De hoeveelheid aan lopers neemt die eerste tijd alleen maar toe, zoveel dat je denkt dat ze straks in een file terecht komen.
Deze eerste uren vliegen voor iedereen voorbij. Een moment van uitrusten is er niet bij. Het lijkt wel alsof ze stiekem rondjes lopen en ons in het ootje nemen. Maar na geruime tijd neemt het iets af en komen wij helemaal in ons element. Op de startnummers die iedereen zeer zichtbaar draagt staan ook de namen van de lopers. Dus dan krijg je van ons naast water of extran ook kreten als: “Henkie, nog een klein stukje naar de finisch hoorr!!!”, of “Ingriiiiiiid, hoe is het met de benen????” en dergelijke. Alsof we ze al jaren kennen. Tevens zijn er altijd lopers die er min of meer verkleed bijlopen tijdens de marathon. Die kunnen helemaal rekenen op persoonlijke “zet hem ops en meer” van onze kant. Na duizenden bekertjes water en extran beginnen de kramen leeg te raken en de stroom aan lopers lichtelijk op te drogen. Aangezien er bij ons punt veel mannetjes staan met de hamer zien we nu het rustiger wordt hoe zwaar de laatste lopers het eigenlijk hebben. Maar met ons enthousiasme en het oorverdovende lawaai van de bigband leven ze helemaal op (voor hoe lang dat duurt natuurlijk). We komen nu op het moment dat we steeds denken dat de laatste loper in zicht is. We wachten deze lopers op met 65 vrijwilligers (een zee van groen/witte jasjes) en de bigband die oorverdovende drumritmes de lucht in slingeren. Het lijkt er steeds meer op dat de lopers bijna niet meer langs onze post durven. Maar met de bezemwagen achter zich weet de laatste lopers zich toch door onze haag heen te murwen. Na onze laatste aanmoediging realiseren we opeens dat het er weer op zit. Onze verzorgingspost ziet er uit alsof er een orkaan overheen is gekomen. Gelukkig hoeven we alleen het materiaal te verzamelen en alles een beetje te groeperen waarna een peloton aan marktkraamafbouwers en schoonmakers binnen een half uur afbreken en schoonmaken wat wij in een hele ochtend opbouwen.
Voldaan praten we nog wat na, ontvangen we het felbegeerde marathonshirt (de meesten hebben er toch bijna twintig in de kast liggen) en vertrekken moe maar voldaan huiswaarts. Tot volgend jaar.
De organisatie had vanwege ons vrijwilligers jubileum (niemand houd het echt bij maar het was waarschijnlijk de 20ste keer dat we meehielpen) een bandje beloofd. Nadat we ze tijdens het opbouwen al tien keer heen en weer zagen lopen hebben ze toch de band opgezet tussen onze kramen. Met meer dan twintig trommelaars en drummers was het een lawaai van jewelste. Het hielp ons en de lopers om een stapje sneller te lopen. Een oordovend succes.